De reis van John Galliano naar Egypte in 2003 was een inspiratiebron voor deze Spring-Summer 2004-collectie, met looks die doen denken aan het Egypte van de farao’s en hun goden.
Hij maakte gebruik van vele kenmerken van Egyptische heersers, zoals de nemes, de hoofdtooi gedragen door farao’s …
… de deshret, de hoofdtooi van Neder-Egypte …
… de uraeus, de slang die hoofdtooien sierde om de heerser te beschermen …
… en de valse baard, die alleen gedragen mocht worden door de farao.
Ook het Egyptische pantheon werd vereerd, bijvoorbeeld Anubis de god van de dood.
Goud, het oppermachtige materiaal in het oude Egypte door zijn eeuwigdurende karakter, was alom aanwezig in deze collectie. Deze uitzonderlijke collectie onthulde de ongeëvenaarde expertise van de ateliers van het modehuis.
Het was een voortzetting van landen verzonnen door Christian Dior.