Principessa Laudomia
Fall-Winter 1998 Haute Couture
Look 29 uit de Fall-Winter 1998-collectie was een ensemble bestaande uit een korte dinerjurk gedragen onder een kort jasje. De elementen van deze outfit vormden een overvloed aan historische en culturele verwijzingen.
Azië was een van de belangrijkste inspiraties voor de jurk en de jas. Op dit continent, en vooral in China, hebben de kleuren en symbolen op een kledingstuk een betekenis en is het gebruik ervan uiterst gecodificeerd.
Hier maakte John Galliano gebruik van twee intensieve kleuren. Geel, de keizerlijke kleur en een "peperig" rood, de kleur van voorspoed.
De geborduurde symbolen op de jurk en het jasje kwamen ook uit het Aziatische decoratieve repertoire, zoals het golvende “lisui”-motief van de traditionele drakengewaden en het wolkendecor. De flora en fauna, zo typisch voor Chinese kleding, werden eveneens afgebeeld. Zo ook de draak, het symbool van kracht en autoriteit.
De jas was afgezet met sabelbont, dat deed denken aan de traditionele Centraal-Aziatische kledingstukken die met bont zijn afgewerkt om de koude steppen te trotseren.
De snit van de jas, met zijn brede schouders, deed echter ook denken aan de heren aan het Engelse hof tijdens het bewind van Henry VIII (1491-1547).
Er lag een duidelijke nadruk op de accessoires, met name de grote kettingen. Er werden ook indrukwekkende kwasten aan toegevoegd, waardoor het effect van een borstpantser ontstond.
Deze gearticuleerde kragen deden weer denken aan de mode van de Renaissance, met name de molensteenkragen rond de nek.
© Laziz Hamani ; © Guy Marineau